Pfizer vaccin niet effectief volgens Doshi en Youngblood

nov 11, 2021 | Opinie | 0 Reacties

De kritiek

Twee video’s doen de ronde met kritische uitingen over het Pfizer mRNA vaccin naar aanleiding van het follow-up-onderzoek na 6 maanden (Thomas SJ et al). Links op de foto zie je Peter Doshi, redacteur bij BMJ; rechts Scot Youngblood, arts. Hun kritiek bestaat uit 3 punten:

1. De vaccingroep had meer bijwerkingen dan de placebogroep.
2. Er waren evenveel doden in de vaccingroep als in de placebogroep.
3. In de follow-up na 6 maanden waren er meer sterfgevallen onder de mensen die gevaccineerd zijn.

Deze punten vormen volgens ons geen geldige kritiek. Laten we ze een voor een bespreken.

Immuunactiviteit na vaccineren is een teken dat het vaccin een effect heeft

1. Meer bijwerkingen bij vaccingroep

Het klopt dat het vaccin meer bijwerkingen veroorzaakt dan een placebo. Dat is niet zo verbazend, want het doel van een vaccin is om een immuunreactie uit te lokken. Als je van een vaccin wel bijwerkingen krijgt en van een placebo niet, is dat bewijs dat het vaccin echt een effect heeft op je lichaam. Als het placebo dezelfde bijwerkingen zou veroorzaken als het vaccin, hadden we moeten aannemen dat het vaccin niets doet.

Wat Doshi en Youngblood bovendien niet vermelden, is dat besmet raken met SARS-CoV-2 ook nadelige effecten heeft voor je gezondheid, en dat die effecten ernstiger zijn dan de bijwerkingen van het vaccin. Het doel van het vaccin is dan ook niet om je minder ziek te maken dan een placebo, maar om je minder ziek te maken dan een besmetting met het virus. Daarnaast draagt vaccineren ook nog eens bij aan de groepsbescherming.

Mensen met weinig tot geen risico’s sterven niet aan COVID-19 

2. Gelijk aantal doden in beide groepen

Doshi en Youngblood wijzen ons erop dat er tijdens de onderzoeken net zoveel doden vielen in de vaccingroep als in de placebogroep. Dat zien zij als bewijs dat het vaccin niet beschermt tegen overlijden. Dat lijkt logisch, totdat je samenstelling van de groepen beter bekijkt.

Voor het testen van het vaccin zijn speciaal groepen samengesteld van deelnemers zonder comorbiditeiten. Dat betekent: deelnemers zonder vooraf aanwezige ziektes die hen bij voorbaat al een hoger risico zouden geven om dood te gaan, met of zonder vaccin, met of zonder coronavirus. Van dat soort mensen weten we al dat ze erg weinig risico lopen te overlijden aan SARS-CoV-2. Maar omdat ook gezonde mensen wel eens doodgaan aan iets onverwachts, kun je bij ieder onderzoek met grote groepen een paar sterfgevallen verwachten.

Een tweede bezwaar tegen het argument is dat het onderzoek niet ontworpen is om sterfte(reductie) te testen. Daarvoor heb je veel meer mensen nodig. Om dat uit te leggen gaan we het sterk vereenvoudigen, waardoor je allerlei statistisch bezwaren kunt verzinnen, maar het legt wel het principe bloot. Nu had men 160 besmettingen in 2 maanden tijd. Als er een IFR is van 1%, dus 1 procent zou na besmetting sterven moet je dus 16.000 besmettingen (x 100) hebben. Simpel doorredenerend betekent het dat je die 2 maanden ook maal 100 moet doen en dan ben je 16 jaar (200 maanden) verder. Het alternatief is de groep veel groter maken, waardoor je al snel in de miljoenen mensen gaat lopen. Maar dan ben je niet meer aan het testen, je bent massaal aan het vaccineren. Het is dus onpraktisch.

De sterfgevallen in het onderzoek kwamen niet door besmetting met het coronavirus óf door het vaccin. Dat er precies even veel mensen stierven in beide groepen, betekent juist dat de randomisatie (willekeurige verdeling van verschillende soorten mensen over beide groepen) goed is gelukt. Hoewel dit onderzoek werd gedaan voordat we te maken hadden met de Delta-variant is, zeggen de resultaten veel over het effect van het vaccin.

Het onderzoek laat zien dat het vaccin na 6 maanden niet leidt tot extra sterfte

3. Meer sterfte onder gevaccineerden na 6 maanden

Na de trial (het eerste onderzoek) gaat men de fase in waarin de blindering eraf gaat: alle deelnemers krijgen dan te horen of ze een echt vaccin of een placebo hebben gekregen. De mensen uit de placebogroep kunnen dan alsnog een vaccin nemen als ze dat willen, en de meesten hebben dat gedaan.

Na 6 maanden bleek vervolgens dat er van de gevaccineerde deelnemers meer waren gestorven dan van de ongevaccineerde. 3 meer, om precies te zijn. Maar de groep gevaccineerden was toen ook al veel groter: de meerderheid van de voormalige placebogroep zat er nu ook bij. Bovendien waren het vaak de kwetsbare deelnemers die alsnog kozen voor een vaccin. Die liepen dus al iets meer risico te overlijden na een besmetting.

Een verschil van 3 sterfgevallen is erg klein en niet statistisch significant. (Dat betekent: waarschijnlijk toeval.) Daaraan zien we dus niet of het vaccin beschermt tegen overlijden of niet. Maar hoe dan wel? Dat zien we aan het verschil in besmettingen tussen de groepen: in de vaccingroep lag dat 9 keer lager. En wie niet besmet raakt, gaat ook niet dood aan COVID-19.

Conclusie

Het Pfizer onderzoek laat bij mensen zonder comorbiditeiten zien dat het vaccin 90 procent effectief is en na 6 maanden minimaal afneemt. Het vaccin geeft zeker ongemak en die kan van heel licht tot flink irritant zijn. Dat het meer is dan in de placeogroep is heel logisch, omdat het immuunsysteem niet reageert op het placebo. De nadelige bijwerkingen wegen echter zwaar op tegen de ziekmakende reactie op het vaccin. De kans dat deze groep sterft door COVID-19 is minimaal en het is dan ook geen verrassing dat er evenveel sterfgevallen waren tussen de groepen die niet vaccingerelateerd zijn. Peter Dosi en Scot Youngbloed laten al deze details buiten beschouwing als zij hun kritiek uiten over valse claims en daarmee grossieren ze in halve waarheden.

Wil je ons helpen?

Doe mee