Recent verscheen een Scandinavische publicatie (Karlstadt O et al 2022) waaruit zou blijken dat ontstekingen van hartspier en hartzakje, respectievelijk myocarditis en pericarditis genoemd, vaker voorkomen na het vaccineren dan na een infectie. Volgens sommigen is dat een reden om jongvolwassen niet te vaccineren met een mRNA vaccin.

Er valt echter methodologisch wel het een en ander op- en aan te merken aan deze Scandinavische publicatie:

 

  1. Selectie-bias
    De Noorse studie is een meta-analyse van de data uit Noorwegen, Denemarken, Zweden en Finland. Men heeft het aantal incidenten voor het vaccineren afgezet tegen het aantal incidenten na het vaccineren. Gevaccineerden die voor het vaccineren geïnfecteerd waren, werden uitgesloten. Dat leidt tot selectie-bias, omdat je dan casussen mist. Hoe groot dat effect is, is onduidelijk.
  2. Ook secundaire diagnoses
    Het ging hier om ziekenhuisopnames, waarbij er alleen gekeken is naar primaire- en secundaire diagnosecodes. Als het niet ging om de primaire diagnose, dan weten we niet wat de primaire diagnose wel was en ook niet hoe ernstig de myocarditis, aangezien bv troponine niveaus en andere waarden niet zijn meegenomen door de onderzoekers. Als de primaire diagnose leidt tot activatie van het immuunsysteem dan is myocarditis eveneens mogelijk. Dat weten we omdat vaccins tegen griep en pokken eveneens de kans op myocarditis verhogen (Ling RR et al 2022). Het is helemaal niet mRNA vaccin specifiek. Het kan ook het resultaat zijn van een andere aandoening, maar aangezien de primaire diagnose niet gespecificeerd is, weten we dat niet.
  3. Tijdvakken asynchroon
    Het vergelijk werd gemaakt tussen twee tijdvakken. Infectieperiode was alfadominant en vaccinperiode grotendeels deltadominant. Het is handiger als je de helft van een leeftijdsgroep uitnodigt om te vaccineren en 4 weken later de andere helft. De analyse beperken tot hetzelfde tijdvak geeft een betrouwbaarder beeld. Deze opzet introduceert allerlei ongecontroleerde verstorende factoren.
  4. Heterogeniteit
    Bij een meta-analyse is het belangrijk dat je appels met appels vergelijkt en de vier landen verschillen. In Noorwegen en Denemarken was de incidentie van myocarditis onder geïnfecteerden hoger dan in Finland en Zweden. Je mag drie keer raden in welk paar meer getest werd. Idd Noorwegen en Denemarken. In Zweden werd lange tijd zelfs testen ontmoedigd. Hoe minder je test, hoe minder incidenten je hebt die je terug kunt herleiden naar een besmetting.
  5. Uitzondering
    Het overgrote deel van de publicaties laat zien dat de SARS-CoV-2 infectie vaker leidt tot myocardities dan het vaccin, ook bij jonge mannen. Samen met de bezwaren van de voorbesproken 4 punten, maakt dit een outlier die niet heel overtuigend. Daarnaast moeten we het afzetten tegen long COVID (> 12 weken symptomen) met een kans op van 1 op 6 tegenover myocarditis bij jonge mannen die in de lijn ligt van 1 op 20.000.

 

Praktische overwegingen Mathijs Binkhorst

Er is momenteel geen actieve vaccinatiecampagne voor adolescenten; het grootste deel van de tieners heeft reeds twee doses gehad en een derde (booster)dosis wordt voor hen niet geadviseerd.

In de afweging wel of niet vaccineren van jongeren ontbreekt vaak één belangrijk argument. MIS-C is niet meegenomen in de vergelijking. In het volgende artikel (Block JP et al 2022) is dat wel gedaan en dan ziet de afweging er weer duidelijk anders uit, namelijk dat Covid echt meer hartproblemen oplevert dan mRNA-vaccinatie: Kijkend naar de Nederlandse cijfers (bronnen: Lareb en COPP-studie): begin 2022 ca. 2/3 van de pubers (750.000) gevaccineerd, waarbij 23 vaccingerelateerde hartontstekingen. Op dat moment naar schatting ook 2/3 van hen corona gehad, waarbij 37 MIS-C gevallen. MIS-C is een beduidend ernstiger ziektebeeld dan post-vaccinatie myo/pericarditis. Verder ligt door incomplete registratie het reële aantal MIS-C gevallen vermoedelijk nog hoger. Omdat vaccinatie 90% beschermde tegen MIS-C, zijn juist door vaccinatie waarschijnlijk minder MIS-C gevallen opgetreden. Bovendien vergelijk ik, voor de Nederlandse situatie, post-vaccinatie hartontsteking nu alleen met MIS-C, terwijl corona naast MIS-C ook acute virale myo/pericarditis veroorzaakt, dus die moet er aan de infectie kant van de vergelijking nog bij.

De afweging om wel of niet te vaccineren hangt/hing van meer af dan alleen de bovengenoemde vergelijking. Meerdere zaken in de overweging meenemend, komt de Amerikaanse cardiologenvereniging (Stecker R et al 2022) tot de conclusie dat Covid toch echt vervelender is dan de potentiële nadelen van coronavaccins:

Als laatste is een overweging dat het overgrote deel van de post-vaccinatie hartontstekingen weldegelijk mild is. Verder is er (middels MRI-onderzoek) gevonden dat hartschade door (corona)virale myocarditis groter is dan door vaccins.

Ik ben het ermee eens dat vaccinatie van jongeren op dit moment weinig meerwaarde meer heeft, maar o.b.v. de minderheid in onderzoeken tot de conclusie komen dat vaccins in de voorbij periode meer schade hebben aangericht dan corona zelf is in ieder geval véél te kort door de bocht en wat mij en nogal wat (kinderhart)specialisten betreft niet juist (Kornoswski E et al 2022, artikel Conversation, artikel National Geographic).

 

Redactionele noot:

– Methodologische bezwaren zijn geschreven door Chi L. Chiu